Uitvoeringsbesluit belasting zware motorrijtuigen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van
Financiën van 6 februari 1995, nr. WV95/67 M,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
Gelet op artikel 15 van de Wet belasting
zware motorrijtuigen;
De Raad van State gehoord (advies van 13 maart
1995, nr. W06.95.0055);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris
van Financiën van 24 november 1995, nr. WV95/178 U,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1
{Reikwijdte}
Dit besluit geeft uitvoering aan artikel 15 van de Wet belasting zware motorrijtuigen.
Artikel 2
{Definities}
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.wet: Wet belasting zware motorrijtuigen;
b.belasting: belasting zware motorrijtuigen als bedoeld in
artikel 2 van de wet;
c.motorrijtuig: zwaar motorrijtuig als bedoeld in
artikel 3, onderdeel a, van de wet.
Hoofdstuk II Vrijstellingen
Artikel 3
{Motorrijtuigen in gebruik bij defensie}
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor motorrijtuigen
die uitsluitend worden gebruikt door defensie, indien voor die
motorrijtuigen de artikelen 4, eerste lid, onderdeel
a
, en 37, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet
1994 van toepassing zijn.
Artikel 4
{Motorrijtuigen in gebruik bij politie}
1.
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor
motorrijtuigen die uitsluitend worden gebruikt door de
politie en als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn, indien:
a.het motorrijtuig is geregistreerd op naam van een
politie-instantie;
b.het motorrijtuig is voorzien van:
en
-een tweetonige hoorn;
-een duidelijk zichtbaar blauw zwaai- of
knipperlicht; en
-ten minste aan weerszijden één of meer
duidelijk zichtbare afbeeldingen van het
politielogo, bedoeld in de Regeling
politielogo;
c.het motorrijtuig uitsluitend wordt gebruikt door
politie-ambtenaren voor de uitoefening van hun
politietaak.
{Motorrijtuigen in gebruik bij brandweer}
2.
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor
motorrijtuigen die uitsluitend worden gebruikt door de
brandweer en als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn
indien:
a.het motorrijtuig is geregistreerd op naam van een
brandweer-instantie;
b.het motorrijtuig is voorzien van:
-een tweetonige hoorn;
-een duidelijk zichtbaar blauw zwaai- of
knipperlicht; en
-ten minste aan weerszijden één of meer
duidelijk zichtbare afbeeldingen van een
brandweerembleem dan wel in voorkomend geval
van een gemeentewapen, welke afbeeldingen
alle een oppervlakte hebben van ten minste
314 cm2;
en
c.het motorrijtuig uitsluitend wordt gebruikt door
brandweerlieden voor de uitoefening van hun
brandweertaak.
{Veiligheidsregio}
3.
Onder brandweer-instantie wordt mede begrepen een aangewezen inrichting als
bedoeld in artikel 31 van de Wet
veiligheidsregio’s.
Artikel 5
{Motorrijtuigen behorend tot bedrijfsvoorraad}
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor motorrijtuigen
die behoren tot een bedrijfsvoorraad als bedoeld in
artikel 2, onderdeel i, van de Wet op de
motorrijtuigenbelasting 1994, mits met die
motorrijtuigen slechts van de autosnelweg gebruik wordt gemaakt
met een ten behoeve van die motorrijtuigen opgegeven kenteken
als bedoeld in artikel 37, derde lid, van de
Wegenverkeerswet 1994, en met die
motorrijtuigen niet bedrijfsmatig goederen worden vervoerd.
Artikel 6
{Motorrijtuigen ingericht t.b.v. aanleg wegen}
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor motorrijtuigen
die zijn ingericht ten behoeve van en uitsluitend worden
gebruikt voor de aanleg en het onderhoud van wegen indien de
houder van het motorrijtuig zich bezighoudt met de aanleg en het
onderhoud van wegen.
Artikel 7
{Motorrijtuigen voor beperkt gebruik autosnelweg}
1.
Vrijstelling van belasting voor motorrijtuigen waarmee
gewoonlijk slechts over een geringe afstand gebruik van de
autosnelweg wordt gemaakt, wordt op verzoek verleend,
indien:
a.het gebruik van de autosnelweg zich beperkt tot een
op aanwijzingen van de houder door de inspecteur
vastgesteld gebied dat is gelegen in de
onmiddellijke nabijheid van de plaatsen waar het
motorrijtuig, elders dan op de weg, wordt gebruikt; en
b.de houder van het motorrijtuig bij het verzoek een
afschrift van het kentekenbewijs overlegt, alsmede
een verklaring dat het vervoer van goederen geen
hoofdactiviteit van de houder is, dat met het
motorrijtuig uitsluitend gebruik van de autosnelweg
wordt gemaakt overeenkomstig onderdeel a en dat indien niet meer wordt
voldaan aan de voorwaarden en omstandigheden voor de
vrijstelling een opgaaf daarvan zal worden gedaan
aan de inspecteur.
2.
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar
vatbare beschikking. De vrijstelling werkt niet verder terug
dan tot op het tijdstip waarop het verzoek is ingediend.
3.
Indien de voorwaarden en omstandigheden, bedoeld in het
eerste lid zich niet langer voordoen, trekt de inspecteur de
vrijstelling in. De intrekking geschiedt bij voor bezwaar
vatbare beschikking.
4.
Indien degene aan wie de vrijstelling is verleend niet
voldoet aan de verplichting een opgaaf te doen als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b,
wordt de vrijstelling geacht te zijn vervallen op het
tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde voorwaarden en
omstandigheden zich niet meer voordoen.
Artikel 8
{Motorrijtuigen gehouden door kermis- of circusexploitant}
Vrijstelling van belasting voor motorrijtuigen die uitsluitend
worden gebruikt voor het vervoer van kermis- of
circusbenodigdheden wordt verleend indien de motorrijtuigen
worden gehouden door een kermis- of circusexploitant.
Hoofdstuk III Slotbepalingen
Artikel 9
{Inwerkingtreding}
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de
wet in werking treedt.
Artikel 10
{Citeertitel}
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit belasting
zware motorrijtuigen.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende
nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
29 november 1995
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
de dertigste november 1995
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager