Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering
Gelet op de artikelen 5,
6, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 23 en
32 van de Wet vermindering
afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;
Voor zoveel nodig in overeenstemming of na
overleg met de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de
Minister van Economische Zaken,
Besluit:
Hoofdstuk I Algemeen
Artikel 1
{Reikwijdte}
1.
Deze regeling geeft uitvoering aan de
artikelen 18, 20 en 32 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en
premie voor de volksverzekeringen.
2. Deze regeling verstaat onder de wet: de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.
Artikel 1a
{Ziektewetuitkering}
De inhoudingsplichtige rekent tot het loon voor de door hem
betaalde aanvullingen op uitkeringen ingevolge de
Ziektewet het
gezamenlijke bedrag van de uitkeringen en de aanvullingen.
Hoofdstuk II Vervallen
Artikel 1b
Vervallen
Artikel 2
Vervallen
Artikel 3
Vervallen
Artikel 4
Vervallen
Artikel 5
Vervallen
Artikel 6
Vervallen
Artikel 7
Vervallen
Artikel 8
Vervallen
Hoofdstuk III Vervallen
Artikel 9
Vervallen
Artikel 10
Vervallen
Artikel 11
Vervallen
Artikel 11a
Vervallen
Artikel 11b
Vervallen
Hoofdstuk IV Vervallen
Artikel 11c
Vervallen
Artikel 11d
Vervallen
Artikel 12
Vervallen
Artikel 12a
Vervallen
Artikel 12aa
Vervallen
Artikel 12bb
Vervallen
Artikel 12cc
Vervallen
Hoofdstuk IVA Vervallen
Artikel 12b
Vervallen
Hoofdstuk V Vervallen
Artikel 12c
Vervallen
Artikel 13
Vervallen
Artikel 14
Vervallen
Artikel 14a
Vervallen
Artikel 14b
Vervallen
Hoofdstuk VA Vervallen
Artikel 14c
Vervallen
Hoofdstuk VI Afdrachtvermindering zeevaart
Artikel 15
Vervallen
Artikel 16
{Administratie vermindering zeevaart}
1.
De inhoudingsplichtige administreert bij de
loonadministratie per tijdvak waarover een
afdrachtvermindering zeevaart wordt toegepast, de volgende gegevens:
a.per zeevarende het door deze per loontijdvak genoten
loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, alsmede het
percentage van de afdrachtvermindering zeevaart dat
met betrekking tot hem van toepassing is;
b.de berekening van de afdrachtvermindering zeevaart.
2.
De inhoudingsplichtige administreert bij de
loonadministratie per kalenderjaar:
a.de namen, de geboortedata en de nummers van de
monsterboekjes van de zeevarenden met betrekking tot
wie de afdrachtvermindering zeevaart is toegepast;
b.de naam en de roepnaam van het zeeschip of de
zeeschepen waarop de met betrekking tot wie de
afdrachtvermindering zeevaart is toegepast,
zeevarenden aangemonsterd zijn geweest. Voor
toepassing van de vorige volzin wordt onder de
roepnaam van een zeeschip verstaan de roepnaam,
bedoeld in artikel 25 van het Radioreglement 1997
(Trb. 1981, nr. 78);
c.per zeevarende met betrekking tot wie de
afdrachtvermindering zeevaart is toegepast: de
periode of perioden waarin de zeevarende aan boord
van een zeeschip aangemonsterd is geweest.
3.
De inhoudingsplichtige bewaart en registreert op
chronologische volgorde:
a.de afschriften, bedoeld in artikel 18, tweede lid,
van de wet;
b.per zeevarende met betrekking tot wie de
afdrachtvermindering zeevaart is toegepast: de
wijzigingen op de monsterrollen, bedoeld in
artikel 33 van de Zeevaartbemanningwet.
Artikel 17
Vervallen
Artikel 18
Vervallen
Artikel 19
Vervallen
Artikel 20
{Toepassing vermindering zeevaart}
Voor de toepassing van de afdrachtvermindering zeevaart wordt een schip in het kader van een onderneming grotendeels op zee geëxploiteerd indien het in de kalendermaand waarin het inhoudingstijdstip valt grotendeels op zee wordt geëxploiteerd.
Artikel 20a
{Schip in droogdok}
Voor de toepassing van de afdrachtvermindering zeevaart wordt een schip dat in droogdok ligt gedurende ten hoogste een maand geacht grotendeels op zee te worden geëxploiteerd.
Artikel 21
{Beperkte toepassing afdrachtvermindering zeevaart}
1.
De afdrachtvermindering zeevaart vindt met betrekking tot de
zeevarende die op het inhoudingstijdstip met verlof is of
tijdelijk arbeidsongeschikt is, slechts toepassing indien
hij gedurende de periode tussen bedoeld verlof
onderscheidenlijk bedoelde arbeidsongeschiktheid en de
voorafgaande periode van vakantieverlof meer dan de helft
van de werktijd op zeeschepen onder Nederlandse vlag heeft gewerkt.
2.
Ten aanzien van de zeevarende die werkzaam is op een
zeeschip op het tijdstip waarop dit de Nederlandse vlag gaat
voeren wordt, indien de voorafgaande periode van
vakantieverlof voor dat tijdstip eindigde, voor de
toepassing van het eerste lid dat tijdstip tot uitgangspunt
genomen in plaats van de voorafgaande periode van
vakantieverlof.
Hoofdstuk VII Vervallen
Artikel 22
Vervallen
Artikel 22a
Vervallen
Artikel 23
Vervallen
Artikel 24
Vervallen
Artikel 25
Vervallen
Hoofdstuk VIIA Vervallen
Artikel 25a
Vervallen
Hoofdstuk VIII Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 26
{Overgangsbepaling zeevaart}
Met betrekking tot gevallen waarin artikel 2 van de Wet belasting- en
premiefaciliteit voor de zeevaart 1995
toepassing heeft gevonden, blijven de
bepalingen van de Uitvoeringsregeling belasting- en
premiefaciliteit voor de zeevaart 1995 van
kracht naar de tekst zoals die luidde op 31 december 1995.
Artikel 26a
Vervallen
Artikel 26b
Vervallen
Artikel 27
{Inwerkingtreding}
1.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.
{Citeertitel}
2.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering.
De Staatssecretaris van Financiën,
W.A.
Vermeend