Besluit uitbreiding en beperking kring
verzekerden volksverzekeringen 1999
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 20
november 1998 SV/GSV/98/35098 mede namens Onze Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 6, derde lid, van de
Algemene Ouderdomswet, artikel 13, derde lid, van de
Algemene nabestaandenwet,
artikel 6, derde lid, van de
Algemene Kinderbijslagwet en
artikel 5, derde en vierde lid,
van de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten;
De Raad van State gehoord (advies van 17
december 1998, nr W12.98.0549);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van
18 december 1998, nr. SV/GSV/98/42566, uitgebracht mede
namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Hebben goedgevonden en verstaan:
§ 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen
{Begripsbepalingen}
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan
onder:
a.de volksverzekeringen: de Algemene
Ouderdomswet, de Algemene
nabestaandenwet, de Algemene
Kinderbijslagwet en de Wet langdurige zorg;
b.kind: het eigen kind, het aangehuwde kind, of het
pleegkind, bedoeld in artikel 4 van de Algemene Kinderbijslagwet, jonger dan 27 jaar,
dat in belangrijke mate door de ouders wordt
onderhouden;
c.Onze Ministers: Onze Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport;
d.arbeid: arbeid verricht in het economisch verkeer en
gericht op het verwerven van inkomen;
e.Nederlandse socialeverzekeringsuitkering: een uitkering
op grond van de Werkloosheidswet,
de Ziektewet,
hoofdstuk 3, afdeling 2, van
de Wet arbeid en zorg, de
Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen, de
Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, de Algemene
Ouderdomswet, de Algemene
nabestaandenwet en de Algemene
Kinderbijslagwet;
f.in Nederland arbeid verrichten: in Nederland of op het continentaal plat arbeid verrichten;
g.buiten Nederland arbeid verrichten: buiten Nederland en het continentaal plat arbeid verrichten.
§ 2 Uitbreiding van de kring van
verzekerden
Artikel 2 Nederlandse ambtenaren en hun gezinsleden in het
buitenland
{Nederlandse ambtenaren en hun gezinsleden in het buitenland}
1.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de niet in Nederland
wonende Nederlander die op grond van
artikel 8, tweede lid, onderdeel a, derde lid, onderdeel
a, vierde, vijfde of zesde lid, van het Reglement Dienst Buitenlandse
Zaken werkzaam is bij een vertegenwoordiging van het
Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland als bedoeld in
artikel 7, tweede lid, van het Reglement Dienst
Buitenlandse Zaken, tenzij hij:
a.buiten Nederland arbeid verricht anders dan de werkzaamheden,
bedoeld in de aanhef; of
b.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke
regeling inzake sociale zekerheid.
2.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de gezinsleden,
bedoeld in artikel 2 van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, van de in het
eerste lid bedoelde verzekerde, tenzij het gezinslid:
a.buiten Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit deze arbeid
meer bedragen dan het bedrag, genoemd in
artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
inkomstenbelasting 2001; of
b.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke
regeling inzake sociale zekerheid.
3.
De gezinsleden die op grond van het tweede lid zijn verzekerd, blijven
verzekerd op grond van de volksverzekeringen gedurende de periode van een jaar,
te rekenen vanaf de datum van overlijden van de verzekerde, bedoeld in het
eerste lid, tenzij het gezinslid:
a.buiten Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit deze arbeid
meer bedragen dan het bedrag, genoemd in
artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
inkomstenbelasting 2001; of
b.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke
regeling inzake sociale zekerheid.
4.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de niet in Nederland
wonende particuliere bediende die in dienst is van de verzekerde, bedoeld in
het eerste lid, tenzij hij:
a.onderdaan is van de ontvangende staat;
b.ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde;
c.buiten Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van
vorenbedoelde dienstbetrekking; of
d.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke
regeling inzake sociale zekerheid.
Artikel 3 Nederlanders, in dienst van een
publiekrechtelijke rechtspersoon, en hun gezinsleden in het
buitenland
{Nederlanders, in dienst van een publiekrechtelijke rechtspersoon, en hun gezinsleden in het buitenland}
1.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de niet in
Nederland wonende Nederlander, voor zover niet reeds
begrepen onder artikel 2, die
uit hoofde van een dienstbetrekking met een Nederlandse
publiekrechtelijke rechtspersoon buiten Nederland arbeid
verricht ten behoeve van die rechtspersoon, tenzij hij:
a.ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde;
b.buiten Nederland arbeid verricht anders dan uit
hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking;
c.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse
wettelijke regeling inzake sociale zekerheid; of
d.werkzaam is bij een door Onze Ministers en Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties aan te wijzen volkenrechtelijke
organisatie en op hem een regeling inzake sociale
zekerheid van die organisatie van toepassing is.
2.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is verzekerd
op grond van de volksverzekeringen de Nederlander die in
dienst is van een publiekrechtelijke rechtspersoon in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius of Saba mits hij door de Nederlandse
overheid is uitgezonden.
3.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de
verzekerde, bedoeld in het eerste en tweede lid, tenzij het
gezinslid:
a.buiten Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit
deze arbeid meer bedragen dan het bedrag, genoemd in
artikel 8.14a, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting
2001; of
b.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse
wettelijke regeling inzake sociale zekerheid.
4.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het derde lid zijn verzekerd, blijven verzekerd
op grond van de volksverzekeringen gedurende de periode van
een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de
verzekerde, bedoeld in het eerste en tweede lid, tenzij het
gezinslid:
a.buiten Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit
deze arbeid meer bedragen dan het bedrag, genoemd in
artikel 8.14a, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting
2001; of
b.een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse
wettelijke regeling inzake sociale zekerheid.
Artikel 3a Rijksvertegenwoordiger op de BES-eilanden en zijn gezinsleden
{Rijksvertegenwoordiger}
1.
Verzekerd
op grond van de volksverzekeringen is de
Rijksvertegenwoordiger.
2.
Verzekerd
op grond van de volksverzekeringen zijn de echtgenoot, kinderen en
overige inwonende gezinsleden van de Rijksvertegenwoordiger, tenzij het
gezinslid:
a.buiten
Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit deze arbeid meer bedragen
dan het bedrag, genoemd in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van
de Wet inkomstenbelasting 2001;
of
b.een uitkering
ontvangt op grond van een andere wettelijke regeling inzake sociale
zekerheid.
3.
De
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van
het tweede lid zijn verzekerd, blijven verzekerd op grond van de
volksverzekeringen gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf
de datum van overlijden van de Rijksvertegenwoordiger, tenzij het
gezinslid:
a.buiten
Nederland arbeid verricht en de inkomsten uit deze arbeid meer bedragen
dan het bedrag, genoemd in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van
de Wet inkomstenbelasting 2001;
of
b.een uitkering
ontvangt op grond van een andere wettelijke regeling inzake sociale
zekerheid.
4.
Onder
Rijksvertegenwoordiger als bedoeld in dit artikel wordt verstaan: de
Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en
Saba.
Artikel 4 Rijdend, vliegend of varend personeel,
buiten Nederland wonend
{Rijdend, vliegend of varend personeel, buiten Nederland wonend}
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die
niet in Nederland woont en behoort tot het rijdend, vliegend of
op de binnenwateren varend personeel van een in Nederland
wonende of gevestigde werkgever die internationaal vervoer
verricht, tenzij hij:
a.in hoofdzaak in het land waarin hij woont arbeid
verricht; of
b.werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging
van die werkgever buiten Nederland.
Artikel 5 Gezinsleden van varend personeel
{Gezinsleden van varend personeel}
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de aan boord
van een schip wonende echtgenoot en kinderen van de persoon die
op grond van de volksverzekeringen of van artikel 4 verzekerd
is.
Artikel 6 Tijdelijke onderbreking van arbeid in
Nederland
{Tijdelijke onderbreking van arbeid in Nederland}
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen blijft de persoon
die niet in Nederland woont, maar die uitsluitend in Nederland
arbeid verricht en van wie de arbeid tijdelijk wordt
onderbroken:
a.wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of
werkloosheid; of
b.wegens verlof, staking of uitsluiting.
Artikel 7
Vervallen
Artikel 8 Tijdelijk buiten Nederland studerenden
en verpleegden
{Tijdelijk buiten Nederland studerenden en verpleegden}
1.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen blijft de persoon die een periode uitsluitend niet in Nederland woont wegens studieredenen indien die periode:
a.aansluitend is op het wonen in Nederland;
b.aansluitend is op een periode van wonen in het buitenland waarin hij op grond van artikelen 2, 3, 3a, 4, 5 of 6 verzekerd was op grond van de volksverzekeringen.
2.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen blijft de
persoon die aansluitend op het wonen in Nederland,
uitsluitend omdat hij wordt verpleegd in een door Onze
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te wijzen
instelling, die overeenkomt met een
instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen die zorg levert waarop aanspraak bestaat ingevolge de
Wet langdurige zorg, niet meer in Nederland woont.
Artikel 9 Niet in Nederland wonende
zelfstandigen
{Niet in Nederland wonende zelfstandigen}
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die
niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse
onderneming als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet
inkomstenbelasting 2001 geniet, mits hij in
Nederland arbeid verricht voor die onderneming.
Artikel 9a Vreemdelingen met een
verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel
{Vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel}
Een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft, in de zin
van artikel 8, onder c, van de
Vreemdelingenwet 2000, is, ongeacht of hij als ingezetene kan worden beschouwd, niet eerder verzekerd op grond van de volksverzekeringen dan met ingang van de dag waarop positief op de verblijfsvergunningsaanvraag wordt beschikt.
Artikel 10 Vreemdelingen in Nederland wonend
{Vreemdelingen in Nederland wonend}
1.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de in
Nederland wonende vreemdeling die na rechtmatig in Nederland
verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 8, onder a tot en met e,
of l, van de Vreemdelingenwet 2000:
a.voor de beëindiging van dit verblijf een aanvraag
heeft ingediend om voortgezette toelating; of
b.binnen de termijn, genoemd in artikel 69, eerste lid,
van de Vreemdelingenwet 2000,
of, buiten die termijn, ingeval artikel 6.11 van de
Algemene wet bestuursrecht
toepassing heeft gevonden, bezwaar heeft gemaakt of
beroep heeft ingesteld tegen intrekking van de
toelating in de zin van artikel 8, onder a tot en
met e, of l, van de Vreemdelingenwet
2000.
2.
De verzekering op grond van het eerste lid eindigt zodra:
a.onherroepelijk op de aanvraag, het bezwaar of het
beroep is beslist; of
b.de uitzetting van de vreemdeling is gelast, tenzij
die uitzetting op grond van de Vreemdelingenwet
2000 of op grond van een
rechterlijke beslissing achterwege dient te blijven.
Artikel 11 Vreemdelingen rechtmatig verblijf
houdend in Nederland
{Vreemdelingen rechtmatig verblijf houdend in Nederland}
1.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder f tot en met k, van de Vreemdelingenwet 2000
indien hij:
a.in Nederland, met uitzondering van het continentaal plat, in overeenstemming met de Wet arbeid vreemdelingen arbeid in dienstbetrekking verricht uit hoofde waarvan hij aan de loonbelasting is onderworpen;
b.op het continentaal plat arbeid in dienstbetrekking verricht uit hoofde waarvan hij aan de loonbelasting is onderworpen.
2.
De vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, blijft verzekerd
op grond van de volksverzekeringen indien hij uit hoofde van
het verrichten van arbeid als bedoeld in het eerste lid
recht heeft op betaling van loon als bedoeld in
artikel 629 van Boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek of recht heeft op
een uitkering op grond van de Ziektewet, de
Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet arbeid en zorg of de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, alsmede
indien de arbeid, bedoeld in het eerste lid, tijdelijk is
onderbroken als gevolg van verlof, staking of uitsluiting.
Artikel 11a Buiten Nederland en Europa werkzaam
{Werknemer in lidstaat EU of EER}
1.
Onverminderd de artikelen 2 en 3 is verzekerd op grond van de volksverzekeringen de persoon die:
a.de nationaliteit heeft van een van de lidstaten van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland,
b.woont buiten Nederland in een andere lidstaat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland,
c.een dienstbetrekking heeft met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever, en
d.arbeid verricht voor de werkgever, bedoeld in onderdeel c, en werkzaam is buiten:
1°Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie;
2°een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of
3°Zwitserland.
2.
Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die:
a.niet beschikt over de nationaliteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
b.die buiten Nederland rechtmatig op het grondgebied verblijft van een andere lidstaat van de Europese Unie, uitgezonderd Denemarken,
c.een dienstbetrekking heeft met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever, en
d.arbeid verricht voor de werkgever, bedoeld in onderdeel c, en werkzaam is buiten:
1°Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie;
2°een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of
3°Zwitserland.
§ 3 Beperking van de kring van verzekerden
Artikel 12 Wonen in Nederland, werken buiten
Nederland
{Wonen in Nederland, werken buiten Nederland}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de
persoon die in Nederland woont en die gedurende een
aaneengesloten periode van ten minste drie maanden
uitsluitend buiten Nederland arbeid verricht, tenzij die
arbeid uitsluitend wordt verricht uit hoofde van een
dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde
werkgever.
2.
Voor de vaststelling van de periode van drie maanden,
bedoeld in het eerste lid, worden perioden gedurende welke
de arbeid buiten Nederland tijdelijk wordt onderbroken:
a.wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of
werkloosheid; of
b.wegens verlof, staking of uitsluiting; beschouwd als
perioden waarin uitsluitend buiten Nederland arbeid
wordt verricht, tenzij tijdens deze perioden arbeid
in Nederland wordt verricht.
Artikel 13 Personeelsleden ambassades en
consulaten in Nederland en hun gezinsleden
{Personeelsleden ambassades en consulaten in Nederland en hun gezinsleden}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
diplomatieke ambtenaar en de consulaire ambtenaar, niet
zijnde honorair consul, van een andere mogendheid, tenzij
zij:
a.in Nederland arbeid verrichten anders dan uit hoofde
van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
2.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
naar Nederland uitgezonden leden van het administratieve,
technische en bedienende personeel van de diplomatieke
zending of de consulaire post van een andere mogendheid,
indien zij korter dan tien jaar in Nederland werkzaam zijn,
tenzij zij:
a.Nederlander zijn;
b.ten tijde van aanwerving in Nederland woonden;
c.in Nederland arbeid verrichten anders dan de
werkzaamheden, bedoeld in de aanhef; of
d.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
3.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
leden van het administratieve, technische en bedienende
personeel van de diplomatieke zending of de consulaire post
van een andere mogendheid alsmede de particuliere bedienden
die in dienst zijn van de ambtenaar, bedoeld in het eerste
lid, of van de leden van het personeel, bedoeld in het
tweede lid, indien zij reeds vóór 1 augustus 1987 als
zodanig in dienst waren, en vanaf 1 augustus 1987 als
zodanig onafgebroken in dienst zijn, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten anders dan de
werkzaamheden, bedoeld in de aanhef; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.
In afwijking van de eerste zin zijn de daar genoemde leden
en particuliere bedienden verzekerd op grond van de
volksverzekeringen indien zij dit reeds op 31 juli 1987 waren.
4.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de
particuliere bediende die in dienst is van de ambtenaar,
bedoeld in het eerste lid, of van de leden van het
personeel, bedoeld in het tweede lid, indien hij korter dan
tien jaar in Nederland werkzaam is en op hem het stelsel van
sociale verzekering van een andere mogendheid van toepassing
is, tenzij hij:
a.Nederlander is;
b.ten tijde van aanwerving in Nederland woonde;
c.in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde
van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of
d.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangt.
5.
De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige
inwonende gezinsleden van de ambtenaar, bedoeld in het
eerste lid, en van de personeelsleden, bedoeld in het tweede
en derde lid, zijn niet verzekerd op grond van de
volksverzekeringen, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten;
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen; of
c.indien die ambtenaar of die personeelsleden zijn
verzekerd op grond van de volksverzekeringen.
6.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het vijfde lid niet zijn verzekerd, blijven van
de verzekering op grond van de volksverzekeringen
uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen
vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het
eerste of tweede lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
Artikel 14 Personeelsleden in dienst van een in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisatie en hun gezinsleden
{Personeelsleden in dienst van volkenrechtelijke organisaties en hun gezinsleden}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de
persoon die in dienst is van een volkenrechtelijke
organisatie en op wie de regeling inzake sociale zekerheid
van die organisatie van toepassing is, tenzij hij:
a.in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde
van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangt.
2.
De volkenrechtelijke organisaties, bedoeld in het eerste
lid, worden door Onze Ministers, in overeenstemming met Onze
Minister van Buitenlandse Zaken, aangewezen.
3.
De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige
inwonende gezinsleden van de persoon, bedoeld in het eerste
lid, zijn niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen,
indien de zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de volkenrechtelijke organisatie zulks
bepaalt, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
4.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het derde lid niet zijn verzekerd, blijven van
de verzekering op grond van de volksverzekeringen
uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen
vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het
eerste lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
5.
Niet verzekerd op grond van de volkverzekeringen is de particuliere bediende van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die werkzaam is voor een in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisatie, indien hij korter dan tien jaar in Nederland werkzaam is en op hem het stelsel van sociale verzekering van een andere mogendheid van toepassing is, tenzij hij:
a.Nederlander is;
b.ten tijde van de aanwerving in Nederland woonde;
c.in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van vorenbedoelde dienstbetrekking, of
d.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt.
Artikel 15 Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba
{Aruba, Curaçao, St. Maarten en BES-eilanden}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is:
a.de
gevolmachtigde Minister van Aruba, de gevolmachtigde Minister van
Curaçao en de gevolmachtigde Minister van Sint
Maarten;
b.de persoon die als ambtenaar is toegevoegd aan één
van de in onderdeel a bedoelde personen en die ten
tijde van aanwerving niet in Nederland woonde; of
c.de persoon die als ambtenaar van Aruba,
Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius of Saba of een publiekrechtelijke rechtspersoon van een van
de drie landen of openbare
lichamen in Nederland
een studieopdracht vervult en die ten tijde van
aanwerving niet in Nederland woonde, tenzij hij:
1o. in Nederland arbeid verricht anders
dan uit hoofde van de vorenbedoelde
dienstbetrekking; of 2o. een Nederlandse
socialeverzekeringsuitkering ontvangt.
2.
De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige
inwonende gezinsleden van een persoon als bedoeld in het
eerste lid, zijn niet verzekerd op grond van de
volksverzekeringen, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
3.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van
de verzekering op grond van de volksverzekeringen
uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen
vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het
eerste lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering
ontvangen.
Artikel 16 Buitenlandse ambtenaren
{Buitenlandse ambtenaren}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de
persoon, voor zover niet reeds begrepen onder
artikel 13, die
arbeid verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een
buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij hij:
a.in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde
van die dienstbetrekking; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangt.
2.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van
een persoon als bedoeld in het eerste lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering
ontvangen.
3.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van
de verzekering op grond van de volksverzekeringen
uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen
vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het
eerste lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
Artikel 17 Rijdend, vliegend of varend personeel,
in Nederland wonend
{Rijdend, vliegend of varend personeel, in Nederland wonend}
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon
die in Nederland woont en die behoort tot het rijdend, vliegend
of op de binnenwateren varend personeel van een buiten Nederland
wonende of gevestigde werkgever die internationaal vervoer
verricht, tenzij hij:
a.in hoofdzaak in Nederland arbeid verricht; of
b.werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging
van die werkgever in Nederland.
Artikel 18 Tijdelijk in Nederland werkzaam
personeel
{Tijdelijk in Nederland werkzaam personeel}
1.
De persoon die tijdelijk in Nederland verblijft, in
dienstbetrekking werkzaam is van een in Nederland gevestigde
buitenlandse instelling zonder winstoogmerk en op wie een
buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid
van toepassing blijft, wordt voor de duur van ten hoogste
twee jaar op zijn aanvraag of op aanvraag van de werkgever
door de Sociale verzekeringsbank van de verzekering op grond
van de volksverzekeringen ontheven, tenzij hij:
a.in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde
van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangt. De periode van twee jaar, bedoeld in de
eerste zin, kan op aanvraag telkens voor de duur van
twee jaar worden verlengd.
2.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van
een persoon die als niet verzekerd wordt aangemerkt op grond
van het eerste lid, tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
3.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die
op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van
de verzekering op grond van de volksverzekeringen
uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen
vanaf de datum van overlijden van de persoon die als niet
verzekerd wordt aangemerkt op grond van het eerste lid,
tenzij zij:
a.in Nederland arbeid verrichten; of
b.een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering
ontvangen.
Artikel 19 Musici, artiesten en sporters
{Musici, artiesten en sporters}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de
persoon die niet in Nederland woont en die in Nederland als
musicus of anderszins als artiest voor korte duur arbeid
verricht.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt met artiest
gelijkgesteld degene, die als beroep een tak van sport beoefent.
Artikel 20 Tijdelijk
in Nederland studerenden
{Tijdelijk in Nederland studerenden}
1.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die in Nederland verblijf houdt:
a.op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000, die is verleend onder een beperking verband houdende met studie, tenzij hij in Nederland arbeid verricht dan wel arbeid heeft verricht gedurende een periode van zes maanden of langer en als werkzoekende staat geregistreerd als bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of
b.uitsluitend wegens studieredenen en vóór de aanvang van de studie woonachtig was in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
2.
Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die:
a.een Bachelor of Master-graad heeft verkregen aan een geaccrediteerde opleiding, opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, en
b.beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 die verleend is onder een beperking verband houdend met het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst.
Artikel 21 Geen verzekering op grond van de Wlz
{Geen verzekering op grond van de Wlz}
1.
Niet verzekerd op grond van de Wet langdurige zorg is de persoon die in Nederland
woont, doch
die met toepassing van een verordening van de Raad van de
Europese Gemeenschappen of van een door Nederland met een of
meer andere staten gesloten verdrag inzake sociale
zekerheid, in Nederland recht kan doen gelden op
verstrekkingen die hem in beginsel worden verleend ten laste van een andere
lidstaat van de Europese Unie dan wel een andere staat die
partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte of een staat waarmee Nederland een
verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten.
2.
Niet verzekerd op grond van de Wet langdurige zorg is de persoon die in Nederland
woont en die recht heeft op een uitkering of pensioen
ingevolge een regeling van een op grond van artikel 3, eerste lid, onder
d, dan wel artikel 14, tweede
lid, aangewezen volkenrechtelijke
organisatie, indien hij op grond van een regeling van die
organisatie in Nederland aanspraak heeft op zorg, of op
vergoeding voor de kosten daarvan, tenzij hij in Nederland
arbeid verricht. De aanspraak, bedoeld in de vorige volzin,
omvat in ieder geval opname en verpleging in ziekenhuizen en
in instellingen voor langdurige verpleging en verzorging.
3.
Indien het totale bedrag van de vergoedingen bedoeld in het tweede lid, ingevolge de regeling van de betreffende volkenrechtelijke organisatie is gemaximeerd, dient de omvang daarvan ten minste een door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vast te stellen minimum bedrag per persoon per jaar bedragen.
4.
De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de in het tweede lid bedoelde
persoon, zijn eveneens niet verzekerd op grond van de
Wet langdurige zorg indien zij ingevolge een
regeling van de desbetreffende volkenrechtelijke
organisatie in Nederland aanspraak hebben op zorg of op vergoeding voor de kosten daarvan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in het tweede en derde lid.
5.
De echtgenoot, de kinderen en overige inwonende gezinsleden
die op grond van het derde lid niet verzekerd zijn op grond
van de Wet langdurige zorg, blijven van de verzekering op
grond van die wet uitgesloten vanaf de datum van overlijden
van de persoon die als niet verzekerd werd aangemerkt op
grond van het tweede lid, zolang voornoemde aanspraak op
zorg of op vergoeding van de kosten daarvan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in het tweede en derde lid, bestaat.
6.
Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing op personen
die in Nederland arbeid verrichten of die een Nederlandse
socialeverzekeringsuitkering ontvangen.
7.
De Sociale verzekeringsbank geeft op aanvraag van de
persoon, bedoeld
in het eerste, tweede, vierde of vijfde lid,
een verklaring af dat hij niet verzekerd is.
Artikel 21a Ontheffing verzekeringsplicht Wlz
{Ontheffing verzekeringsplicht Wlz}
1. In
afwijking van artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, is niet
verzekerd op grond van de Wet langdurige zorg de
persoon die op grond van een regeling van de in dat lid
bedoelde organisatie aanspraken heeft op zorg of vergoeding van de kosten daarvan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 21, tweede en derde lid, die
een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet ontvangt en
aan wie de Sociale verzekeringsbank op zijn verzoek een ontheffing
van de verzekering op grond van de Wet langdurige zorg
heeft verleend, tenzij hij in Nederland arbeid
verricht.
2. Artikel 21, zesde lid,
is niet van toepassing op de persoon die een ouderdomspensioen op grond
van de Algemene Ouderdomswet ontvangt en aan wie de Sociale verzekeringsbank op zijn verzoek een ontheffing van de verzekering
op grond van de Wet langdurige zorg heeft verleend,
tenzij hij in Nederland arbeid verricht.
3. De Sociale verzekeringsbank verleent de ontheffing indien en voor zolang
wordt voldaan aan de in het eerste lid gestelde
voorwaarden.
4. Indien de aanvraag wordt ingediend binnen vier
maanden nadat een persoon voor het eerst is gaan voldoen aan de in het
eerste lid genoemde voorwaarde, gaat de
ontheffing in met ingang van
de dag waarop aan deze voorwaarde wordt voldaan. Indien de aanvraag
voor de ontheffing later wordt ingediend, gaat de ontheffing in op
de datum van de aanvraag om
ontheffing.
Artikel 21b Ontheffing verzekeringsplicht Wlz, AOW, ANW en AKW
{Ontheffing verzekeringsplicht Wlz, AOW, ANW en AKW}
1. Voorzover de in Nederland wonende
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de persoon,
bedoeld in artikel 14, eerste lid, niet van de verzekering op grond van
de Wet langdurige zorg zijn uitgesloten op grond van
de artikelen 14, derde lid, 21 of 21a, wordt, op aanvraag, door de
Sociale verzekeringsbank een ontheffing verleend van de verzekering op
grond van zowel de Wet langdurige zorg als de Algemene
Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene
Kinderbijslagwet, indien de echtgenoot, kinderen en overige inwonende
gezinsleden op grond van een regeling van een op grond van artikel 14,
tweede lid, aangewezen volkenrechtelijke organisatie, aanspraken hebben
op zorg of op vergoeding van de kosten daarvan mits wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 21, tweede en derde lid.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de
echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die in Nederland
arbeid verrichten of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering
ontvangen, anders dan de in artikel 21a bedoelde
uitkering.
3. De Sociale
verzekeringsbank verleent de ontheffing indien en voor zolang wordt
voldaan aan de in het eerste en tweede lid gestelde
voorwaarden.
4. Indien de
aanvraag voor de ontheffing wordt ingediend binnen vier maanden nadat
een persoon voor het eerst is gaan voldoen aan de in het eerste en
tweede lid gestelde voorwaarden, gaat de ontheffing in met ingang van
de dag waarop aan deze voorwaarden wordt voldaan.
5. Indien de
aanvraag voor de ontheffing niet binnen de in het vierde lid
genoemde periode wordt ingediend, gaat de ontheffing in op de eerste
dag van de maand volgende op de dag waarop de aanvraag door de Sociale
verzekeringsbank is ontvangen, indien op die eerste dag aan de in het
eerste en tweede lid gestelde voorwaarden wordt
voldaan.
6. De echtgenoot, kinderen
en overige inwonende gezinsleden die op grond van het eerste lid zijn
ontheven, blijven ontheven van de verzekering op grond van zowel de
Wet langdurige zorg als de Algemene Ouderdomswet, de
Algemene nabestaandenwet en de Algemene Kinderbijslagwet, gedurende de
periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de
persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, tenzij zij in Nederland
arbeid verrichten.
Artikel 21c Ontheffing verzekeringsplicht AWBZ, AOW, ANW en AKW gezinsleden personen werkzaam bij niet in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisaties
{Ontheffing bij buitenlandse aanspraak op zorg}
1.
Aan de in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de persoon op wie artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van toepassing is ongeacht of deze persoon een dienstbetrekking heeft met een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, of aan de in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de persoon, bedoeld in artikel 12, wordt, op aanvraag, door de Sociale Verzekeringsbank een ontheffing verleend van de verzekering op grond van zowel de Wet langdurige zorg, als de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Kinderbijslagwet, indien de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden op grond van een regeling van een op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, aangewezen volkenrechtelijke organisatie, aanspraak hebben op zorg of de vergoeding van de kosten daarvan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 21, tweede en derde lid.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die in Nederland arbeid verrichten of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.
3.
De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het eerste lid zijn ontheven, blijven ontheven van de verzekering op grond van zowel de Wet langdurige zorg als de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Kinderbijslagwet, gedurende de periode van een jaar te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon die werkzaam was bij een volkenrechtelijke organisatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, tenzij zij in Nederland arbeid verrichten.
4.
Artikel 21b, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22 Ontheffing verzekeringsplicht AOW, ANW
en
AKW
{Vrijstelling verzekeringsplicht}
1.
De persoon die in Nederland woont en die recht heeft op een uitkering
op grond van een buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake
sociale zekerheid of op grond van een regeling van een volkenrechtelijke
organisatie wordt op zijn aanvraag, voor zolang hij geen arbeid in Nederland
verricht, door de Sociale verzekeringsbank van de verzekering op grond van de
Algemene Ouderdomswet, de
Algemene nabestaandenwet en de
Algemene Kinderbijslagwet ontheven,
zolang hij:
a.duurzaam recht heeft op uitsluitend een uitkering als bedoeld in de
aanhef en deze uitkering per maand ten minste gelijk is aan 70% van het in
artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag; of
b.naast een uitkering als bedoeld in onderdeel a, recht heeft op een
Nederlandse socialeverzekeringsuitkering en het totaal van deze uitkering en de
buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke uitkering of de uitkering van de
volkenrechtelijke organisatie per maand ten minste gelijk is aan 70% van het in
artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag en de
buitenlandse uitkering of de uitkering van de volkenrechtelijke organisatie
groter is dan of gelijk is aan de Nederlandse uitkering.
2.
Indien de aanvraag voor de ontheffing wordt ingediend binnen een jaar
na de datum waarop de persoon, bedoeld in het eerste lid, voor het eerst
voldoet aan de in dat lid opgenomen voorwaarden, gaat de ontheffing in op die
datum. Indien de aanvraag voor de ontheffing later wordt ingediend, gaat de
ontheffing in op de datum van de aanvraag om ontheffing.
3.
De Sociale verzekeringsbank kan de ontheffing, bedoeld in het eerste
lid, verlenen met ingang van een datum die gelegen is ten hoogste drie jaar
vóór de datum van de aanvraag, doch niet eerder dan de datum waarop recht is
ontstaan op de buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke uitkering of de
uitkering van de volkenrechtelijke organisatie, indien toepassing van het
tweede lid leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt met een uitkering op grond van
een buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake sociale
zekerheid gelijkgesteld een vergelijkbare buitenlandse uitkering krachtens een
bijzondere regeling voor ambtenaren en wordt met een Nederlandse
socialeverzekeringsuitkering gelijkgesteld een vergelijkbare Nederlandse
uitkering krachtens een bijzondere regeling voor ambtenaren.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een uitkering op grond van een
wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake
sociale zekerheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of van
Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en
Saba aangemerkt als een uitkering op grond van een
buitenlandse regeling.
6.
Het tweede lid, eerste zin, en het derde lid, zijn niet van toepassing
indien de persoon bedoeld in het eerste lid, binnen de in die leden genoemde
periode van een jaar respectievelijk ten hoogste drie jaar, een uitkering op
grond van de
Algemene nabestaandenwet dan wel
kinderbijslag op grond van de
Algemene Kinderbijslagwet heeft
ontvangen.
Artikel 23 Vreemdelingen, rechtmatig verblijf
houdend in Nederland
{Vreemdelingen, rechtmatig verblijf houdend in Nederland}
De vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de
zin van artikel 8, onder a tot en met e, of
l, van de Vreemdelingenwet 2000, is niet op
grond van het verrichten van arbeid, uit hoofde waarvan hij aan
de loonbelasting is onderworpen, verzekerd voor de
volksverzekeringen, indien hij voor een werkgever in Nederland, met uitzondering van het continentaal plat, arbeid
verricht, zonder dat aan de Wet arbeid
vreemdelingen is voldaan.
§ 4 Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 24 Hardheidsclausule
{Hardheidsclausule}
1.
De Sociale verzekeringsbank kan, met uitzondering van
artikel 22, derde
lid, artikelen van dit besluit buiten
toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing
gelet op het belang van de uitbreiding en beperking van de
kring van verzekerden zal leiden tot een onbillijkheid van
overwegende aard, die uitsluitend voortvloeit uit de
verzekeringsplicht of de uitsluiting daarvan krachtens dit
besluit.
2.
Van een besluit van de Sociale verzekeringsbank op grond van
het eerste lid, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
§ 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 25
Vervallen
Artikel 26 Overgangsrecht vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel
{Overgangsrecht vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel}
Artikel 9a zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het besluit van 11 december 2014 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 en het Besluit uitbreiding en beperking kring ingezetenen Wet Wajong (Stb. 514) blijft van toepassing ten aanzien van de vreemdeling die op die dag op grond van dit artikel verzekerd was voor de volksverzekeringen.
Artikel 27 Overgangsrecht personeelsleden in dienst van een in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisatie
{Overgangsrecht personeelsleden in dienst van een in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisatie}
Artikel 14, vijfde lid, is niet van toepassing ten aanzien van de particulier bediende, bedoeld in dat lid, indien deze persoon op de dag van inwerkingtreding van het besluit van 11 december 2014 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 en het Besluit uitbreiding en beperking kring ingezetenen Wet Wajong (Stb. 514) verzekerd was op grond van de volksverzekeringen.
Artikel 27a Overgangsrecht tijdelijk in Nederland studerenden
{Overgangsrecht tijdelijk in Nederland studerenden}
Artikel 20, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het besluit van 11 december 2014 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 en het Besluit uitbreiding en beperking kring ingezetenen Wet Wajong (Stb. 514) blijft van toepassing ten aanzien van de persoon die op die dag uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woont en 30 jaar of ouder is.
Artikel 27b Overgangsrecht geen verzekering op grond van de AWBZ en ontheffing verzekeringsplicht volksverzekeringen
{Overgangsrecht geen verzekering op grond van de AWBZ en ontheffing verzekeringsplicht volksverzekeringen}
De artikelen 21, tweede en derde lid, 21a, eerste lid, en 21b, eerste lid, zoals deze artikelen luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het besluit van 11 december 2014 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 en het Besluit uitbreiding en beperking kring ingezetenen Wet Wajong (Stb. 514) blijven van toepassing ten aanzien van de persoon of de in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van deze persoon, bedoeld in deze artikelen, die op die dag op grond van artikel 21 niet waren verzekerd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of op grond van de artikelen 21a of 21b waren ontheven van de verzekeringsplicht op grond van de in die artikelen genoemde volksverzekeringen.
Artikel 28 Voortzetting beschikkingen
{Voortzetting beschikkingen}
Beschikkingen, gegeven op grond van de artikelen 18, 23, 24 en 25 van het Besluit uitbreiding en
beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1989 worden aangemerkt als beschikkingen op
grond van de artikelen 18,
21, 22 en 24.
Artikel 28a Grondslag eerder afgegeven verklaringen en ontheffingen
{Voortzetting verklaringen Zorginstituut Nederland}
Door het Zorginstituut Nederland voor de
inwerkingtreding van het Besluit van 26 februari 2011, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 in verband met het overdragen van de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de verzekeringsplicht AWBZ aan de Sociale verzekeringsbank (Stb. 112) afgegeven verklaringen als bedoeld in
artikel 21 en verleende ontheffingen als bedoeld in artikel 21a, worden
aangemerkt als door de Sociale verzekeringsbank op grond van de
desbetreffende artikelen afgegeven verklaringen en
ontheffingen.
Artikel 29
Vervallen
Artikel 30 Intrekking
{Intrekking}
Het Besluit uitbreiding en beperking
kring verzekerden volksverzekeringen 1989
wordt ingetrokken.
Artikel 31 Inwerkingtreding
{Inwerkingtreding}
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.
Artikel 32 Citeertitel
{Citeertitel}
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitbreiding en
beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende
nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
24 december 1998
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
de dertigste december 1998
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals