Een man was in loondienst bij zijn eigen holding BV (hierna: Holding) waarvan hij dga is. Holding heeft in 2016 aangifte loonbelasting gedaan, maar heeft door liquiditeitsproblemen het loon niet aan de dga kunnen uitbetalen.
Bij de belastingrechter is in geschil of de Inspecteur het niet-uitbetaalde loon van in totaal € 32.032 terecht tot het belastbare inkomen uit werk en woning heeft gerekend.De belastingrechter oordeelt dat de Inspecteur het niet-uitbetaalde loon terecht in de heffing van de inkomstenbelasting heeft betrokken omdat het loon door de dga is genoten. Het loon was immers vorderbaar en, nu de dga voldoening van het loon kon bewerkstelligen door de loonvordering te verrekenen met de rekening-courantschuld die hij aan Holding had, tevens inbaar.