Belastingpakket 2019. Gevolgen voor bedrijfsleven

Nederland wil aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het kabinet presenteert daarom een ambitieus pakket aan maatregelen voor het bedrijfsleven.

 


Het pakket bevat naast de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting ook de invoering van een bronbelasting op dividenden naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen. Voor het MKB wordt bovendien per 2020 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.

Ook constructies die worden opgezet om doelbewust geen belasting te betalen - door geld uit te keren aan aandeelhouders of te schenken aan familieleden - worden aangepakt. Het wordt mogelijk deze belastingschuld te verhalen op bijvoorbeeld aandeelhouders die een winstuitdeling hebben gehad of familieleden die een schenking hebben gekregen, met terugwerkende kracht tot 18 september 2018.

Daarnaast verlaagt het kabinet de verhuurderheffing met structureel € 100 miljoen.

Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot € 200.000 in stappen verlaagd van 20% naar 16% in 2021. Ook voor winsten boven € 200.000 wordt het tarief verlaagd, maar wel minder groot dan in het Regeerakkoord beoogd: het tarief wordt in 2021 22,25% in plaats van 21%. Ook het tarief in box 2 wordt verhoogd, maar 1,6% minder dan voorgesteld in het regeerakkoord: namelijk naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021.

De afschrijving van gebouwen in eigen beheer wordt beperkt in de vennootschapsbelasting.

Als een ondernemer verwacht jaarlijks minder om te zetten dan 20.000 euro kan hij kiezen voor een vrijstelling van btw (de kleineondernemersregeling, KOR).