Denksportorganisaties moeten btw gaan betalen

Het Europese Hof van Justitie heeft op 26 oktober 2017 een einde gemaakt aan de btw-vrijstelling voor denksporten. Het Hof besliste dat een activiteit die wordt gekenmerkt door een te verwaarlozen lichamelijke component, zoals wedstrijdbridge, schaken en dammen niet als ‘echte sport' kwalificeert.

 


Dit heeft tot gevolg tot gevolg dat diensten en leveringen door denksportorganisaties niet meer onder de btw-sportvrijstelling vallen. Daarmee zijn de diensten van denksportorganisaties belast met 21% btw.

Daarnaast is het toegang verlenen tot denksportevenementen ook belast met 21% btw. Verder betekent het niet (meer) kwalificeren als sport dat denksportorganisaties geen gebruik meer kunnen maken van de btw-vrijstelling voor fondswervende (kantine)activiteiten en het verlaagde tarief voor de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties. Hier staat wel tegenover dat denksportorganisaties recht op aftrek van voorbelasting hebben.
Op dit moment onderzoekt staatssecretaris Menno Snel van Financiën samen met de denksportbonden en NOC-NSF of het mogelijk is om voor denksporten toch nog een btw-vrijstelling te creëren.