Uitfaseren fiscale oudedagsreserve

Met ingang van 1 januari 2023 kunnen ondernemers hun fiscale oudedagsreserve (FOR) niet verder meer opbouwen, waarbij de tot en met 31 december 2022 opgebouwde FOR op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld.


De FOR houdt in dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst fiscaal gefaciliteerd mag reserveren voor een oudedagsvoorziening. Het is mogelijk om voor het bedrag van de opgebouwde oudedagsreserve één of meer kwalificerende lijfrenten te bedingen. Tegenover de belaste afname van de oudedagsreserve staat dan een aftrekbare lijfrentebetaling, zodat per saldo niets wordt belast. Uiteindelijk worden, indien de oudedagsreserve wordt omgezet in een lijfrente, de lijfrente-uitkeringen in de belastingheffing begrepen. De fiscale reservering in de vorm van een FOR biedt echter geen zekerheid dat daadwerkelijk zal kunnen worden genoten van een oudedagsvoorziening, omdat de reservering bijvoorbeeld verloren gaat bij slechte resultaten, maar ook omdat (al dan niet in combinatie met het voorgaande) de reservering benut kan worden voor consumptieve onttrekkingen. Toevoeging aan de oudedagsreserve is een papieren handeling waarvoor – in tegenstelling tot premies voor lijfrenten – geen middelen aan de onderneming hoeven te worden onttrokken. Deze middelen blijven daarom ondanks het oormerk oudedagsvoorziening beschikbaar voor bijvoorbeeld investeringen. De FOR dient daarmee het oorspronkelijke doel niet.