1
Is het u bekend dat particuliere belastingplichtigen die hebben belegd in
scheeps-, film- of vastgoed-c.v.'s een elektronische aangifte voor ondernemers dienen in te vullen?
Antwoord
Ja. Op grond van art. 3.3, eerste lid, Wet Inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) wordt de opbrengst die een deelnemer in een besloten C.V. geniet als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming aangemerkt als belastbare winst uit onderneming (box 1). Zodra iemand gaat deelnemen in een besloten C.V. waarin een onderneming wordt geëxploiteerd, is er in zoverre geen sprake meer van een particuliere belastingplichtige die inkomen uit sparen en beleggen geniet.
De per 1 januari 2005 verplichte elektronische aangifte geldt voor diegenen die op grond van art. 52, tweede lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) administratieplichtig zijn. Onder de administratieplichtigen vallen ook de personen die belastbare winst uit onderneming als bedoeld in art 3.3. Wet IB 2001 genieten.
Deelnemers in een open CV worden behandeld als aandeelhouders. Dat betekent in het algemeen dat hun deelname in de heffing wordt betrokken als inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Een deelname van 5% of meer in een open CV vormt winst uit aanmerkelijk belang (box 2).
2
Is het u bekend dat de elektronische aangifte voor ondernemers meer dan 180 pagina's beslaat?
Ja, maar de gebruiker komt niet met alle vragen in aanraking en doorloopt derhalve niet alle pagina's (schermen). Anders dan bij de papieren aangifte komt de gebruiker van de elektronische aangifte vrijwel alleen met die vragen in aanraking die op hem of haar van toepassing zijn.
3
Is het u bekend dat bij deze groep belastingplichtigen veel klachten bestaan over de complexiteit en de omvang van de elektronische aangifte? Is het u bekend dat het doen van elektronische aangifte voor veel c.v.-beleggers op allerlei problemen stuit, zoals het berekenen van de winst via vermogensvergelijking en de elektronische verzending?
4
Welke mogelijkheden zijn er om de grote groep belastingplichtigen tegemoet te komen die uitsluitend vanwege één of meer c.v.-participaties een elektronische aangifte voor ondernemers dienen in te vullen?
Antwoorden op de vragen 3 en 4
Door genomen maatregelen is de hoeveelheid vragen en opmerkingen van deze groep gebruikers niet significant groter dan de hoeveelheid vragen en opmerkingen van andere groepen gebruikers.
De Belastingdienst heeft voorzien dat de nieuw geïntroduceerde elektronische aangifteplicht voor deze groep van winstgenieters de eerste keer als complex zou kunnen worden ervaren.
De Belastingdienst heeft dan ook maatregelen genomen om deze groep van belastingplichtigen te ondersteunen bij het doen van elektronische aangifte. De belangrijkste maatregel is dat een handleiding is ontwikkeld aan de hand waarvan belastingplichtige stap voor stap zijn elektronische aangifte kan invullen. Door de contactinspecteurs die verantwoordelijk zijn voor het goedkeuren van de jaaropgaven van de commanditaire vennootschapen wordt tegelijk met het akkoord aan de commanditaire vennootschap of diens fiscale intermediair een concept fiscale jaaropgaaf en een handleiding uitgereikt; daarin wordt aan de participant op detailniveau uitgelegd hoe hij aan de hand van de gegevens die hij heeft ontvangen de elektronische aangifte kan invullen. Met de jaaropgave wordt bereikt dat medegerechtigden aan hun aangifteplicht kunnen voldoen door de jaarrekening in te vullen op het niveau van de persoonlijke balans. Dat betekent dat zij, als zij voor hun participatie niet geleend hebben, slechts drie bedragen op de jaarrekening behoeven in te vullen. Met behulp van de handleiding kunnen zij dat stap voor stap doen. De invulling van dit beperkte aantal gegevens volstaat voor het doen van een volledige aangifte over de winst uit onderneming.
Overigens bereiken mij ook positieve geluiden over het invullen van de vermogensvergelijking omdat dit als controlemiddel op de aangegeven winst al verschillende malen fouten heeft voorkomen. Ook de in het verleden veel voorkomende invulfouten ten aanzien van de maximale verliesbepaling worden bij het toepassen van de verstrekte handleiding voorkomen.
Andere maatregelen betreffen de voorlichting en de telefonische helpdesk: de Belastingdienst heeft voor vragen over het elektronisch downloaden en uploaden van de aangifte algemeen voorlichtingsmateriaal ontwikkeld dat raadpleegbaar is op internet (inclusief demonstraties); bovendien zijn in de aanloop naar de verplichting naar alle in aanmerking komende individuele belastingplichtigen brochures over de wijze van elektronisch aangeven verzonden. Zijn er desondanks nog vragen, dan kunnen belastingplichtigen terecht bij de algemene Belastingtelefoon of, voor technische vragen, bij het bijzondere nummer dat voor elektronisch aangeven is opengesteld (0800-0568) .
Gezien al deze maatregelen zie ik voor de aangifte 2004 geen noodzaak om verdere actie te ondernemen.
5
Deelt u de mening dat bovengenoemde groep belastingplichtigen de mogelijkheid dient te krijgen op een eenvoudigere wijze aangifte te doen? Deelt u de mening dat belastingplichtigen op simpele wijze de (optelsom van) c.v.-winsten en -verliezen kunnen invullen middels het W-biljet (slechts 24 pagina's) onder bijvoeging van kopieën van de opgaaf die zij hebben ontvangen van de c.v.'s? Deelt u de mening dat aangifte doen middels het W-biljet eenvoudiger is voor deze groep belastingplichtigen dan de elektronische aangifte?
Het is niet juist te veronderstellen dat de papieren W-aangifte slechts 24 pagina's bevat. Naast de papieren aangifte dient de ondernemer namelijk de jaarrekening in te vullen op een bijlage van 32 pagina's. Het papieren W-biljet bevat precies dezelfde vragen als de elektronische aangifte. Het verschil met de elektronische aangifte is dat er op de papieren aangifte vaak meer vragen op één pagina staan.
Bovendien ben ik van mening dat het papieren biljet niet eenvoudiger is. Zo zal men op het papieren W-biljet zelf de tellingen moeten maken, wordt men niet bij de hand genomen zodat men de verbanden tussen de vragen zelf zal moeten leggen en moet men opletten of alle relevante vragen zijn beantwoord.
Bij een elektronische aangifte is het niet mogelijk een kopie van een jaaropgave te voegen. De jaarrekening, met een vaste structuur, maakt integraal onderdeel uit van het elektronisch bericht.
Overigens ben ik wel voornemens om voor de elektronische aangifte 2005 te onderzoeken of voor deze groep gebruikers een beperktere wijze van elektronisch aangifte doen kan worden gecreëerd. Ook aan de hand van de ervaringen van dit jaar zullen verdere verbeteringen van de handleiding voor de aangifte over 2005 worden vormgegeven.
6
Bent u bereid bovengenoemde groep belastingplichtigen collectief ontheffing te verlenen van de elektronische aangifteplicht en hen aangifte te laten doen via een papieren W-biljet? Zo ja, wanneer en welke mogelijkheden ziet u om dit zo efficiënt mogelijk met deze groep belastingplichtigen te communiceren? Zo neen, waarom niet?
Nee. De verplichting aangifte te doen als ondernemer is een gevolg van de keuze die men heeft gemaakt voor deze beleggingsvorm. Aan een dergelijke keuze kleven zowel voordelen (het fiscale regime) als nadelen (de aangifteplicht). De medegerechtigden die beschikt over de juiste jaaropgave van de C.V. moet dankzij de bijbehorende handleiding weinig problemen ondervinden met het invullen van de aangifte.
7
Is het u bekend dat binnenkort een groot aantal investeringsregimes in de scheepvaartsector aflopen en er veel geld beschikbaar komt voor nieuwe investeringen? Bent u bereid op korte termijn met een voorstel te komen als opvolger van de scheeps-c.v. zodat Nederland de concurrentie aankan met andere Europese landen met een aantrekkelijk investeringsregime voor de scheepvaartsector? Zo ja, wanneer? Bent u bereid het Duitse systeem over te nemen? Zo neen, waarom niet?
Ja, het is mij bekend dat op korte termijn een aantal investeringsregimes in de scheepvaartsector afloopt.
Onder de Wet op de inkomstenbelasting 1964 was een regeling voor C.V.’s opgenomen, waarmee het voor reders mogelijk werd gemaakt particulier kapitaal aan te trekken voor de financiering van scheepsnieuwbouw. Onder de Wet Inkomstenbelasting 2001 is deze regeling aangepast omdat sprake was van een te sterke fiscaal gedreven impuls. Ter compensatie van het vervallen van de C.V.-regeling in de scheepvaart heeft het tweede kabinet Kok middelen ter beschikking gesteld ter ondersteuning van de scheepsbouw in Nederland.[1] In het kabinet Balkenende I heeft de Minister van Economische Zaken bij brief van 24 oktober 2002 de hoofdlijnen geschetst van een nieuwe subsidieregeling ter grootte van € 60 mln met dit doel.[2]
Op 27 april jl. ben ik aanwezig geweest bij de 2e Rondetafel Conferentie Maritiem Cluster. Tijdens deze conferentie heb ik met betrekking tot de Duitse tonnageregeling het volgende aangegeven. In Duitsland bestaat de mogelijkheid om niet in het eerste jaar, maar pas in het vierde jaar voor de tonnageregeling te opteren. In de Nederlandse tonnageregeling is de eis opgenomen dat het verzoek om toepassing van de tonnageregeling al wel in het eerste jaar, waarin de reder met de betrokken zeevaartonderneming winst uit zeescheepvaart behaalt, wordt gedaan. De mogelijkheid om in de Nederlandse tonnageregeling op een later tijdstip te opteren voor de tonnageregeling zou voor de belastingplichtige ruimere mogelijkheden voor verliesverrekening met zich meebrengen. Hierbij dient te worden bedacht dat de Nederlandse en de Duitse tonnageregeling elk hun sterke en minder sterke kanten hebben. Afgezien hiervan is met het verruimen van de keuzeperiode in de Nederlandse tonnageregeling een budgettair belang gemoeid van ruim € 20 miljoen op jaarbasis.
[1] Kamerstukken II, 2002/03, 28 857, nr. 1, p. 12
[2] Kamerstukken II, 2002/03, 21 501-30, nr. 6, p. 2 Deze rubriek wordt verzorgd in samenwerking met Fiscanet